
Tante Annetje is vanochtend thuisgekomen na een paar dagen Amsterdam. Ze stond hier vanmiddag om drie uur op de stoep om haar verhaal te doen en is tot vijf uur gebleven. We hebben samen bij het vuur gezeten en zij heeft honderduit gepraat over haar Amsterdamse vrienden en over nieuws uit de stad. Ze heeft er een poging gedaan een baantje bij de WIC te vinden voor haar zoon Hendrik, maar dat is helaas niet gelukt.
David is nu bij onze buurman Van Wou op de portie. Deze heeft een nieuwe distilleeroven in zijn apotheek laten plaatsen, die hij graag aan David wil laten zien. De rest van de avond zullen ze het wel over hun geliefde boeken hebben. Ik mag ook graag een mooi boek lezen, maar mijn broers en hun vrienden zijn nog veel grotere liefhebbers van het geschreven woord.
Het weer van 12 december 1624:
“Al mottig ende onlustig (doch stil) weder met regen tegen den avont, die tot in de Nacht continueerde.”