
Vanmiddag is David op de harst geweest bij tante Annetje. De heren van Gouda, Steenwijck, Van de Werve en advocaat Sinck schoven ook aan. Best wel deftig gezelschap dus.
David was om twee uur weer terug op zijn schooltje. Ik ben hem tegen mijn gewoonte in, want eigenlijk mag ik hem daar niet lastig vallen, gaan aanspreken over Abraham. We weten dat hij in Den Haag rondzwerft en bedelt, maar we krijgen hem maar niet te pakken. Ik maak me grote zorgen: het wordt steeds kouder buiten en wat als hij ziek wordt, of door andere vagebonden te grazen wordt genomen, of niet alleen bedelt maar ook aan het stelen slaat?
Na ons gesprek heeft David wederom een poging ondernomen om ons broertje Abraham te vinden, doch tevergeefs. Tijdens zijn zoektocht kwam David in de Houtstraat iemand uit het gevolg van de hertog van Cardale tegen. Deze man wil Duits leren en David als leraar inhuren. David was helemaal enthousiast. En straks gaat hij naar Breckerveld op de portie. Het is dat ik beter weet, anders zou ik denken dat de situatie met Abraham hem geen lor interesseert.
Het weer van 26 november 1624:
“Regen weder.”