
Vanwege het troosteloze weer ben ik vandaag na de kerkdienst thuisgebleven. Tot onze verbazing trotseerde broeder Hendrik uit Delft het weer wel; hij stond ineens op de stoep. We hebben de hele middag met elkaar bij het warme vuur gezeten en over van alles gekletst.
Later ging David met Hendrik bij tante Annetje op bezoek. Daarna bracht hij onze broer naar de wagen richting Delft. David is nu bij tante op de portie, terwijl ik alleen met de kinderen heb gegeten. Ik heb ze net alledrie op bed weten te leggen. Adriaan en Sara liggen nog te smoezen, maar zij zullen net als hun kleine zusje zo wel onder zeil gaan.
Ondertussen probeer ik een stuk uit de ‘Self-strijt’ van Jacob Cats te lezen. Het is al een paar jaar uit en een heel populair boek, maar het valt mij nog niet mee om mijn aandacht erbij te houden. Dat kan ook door het flakkerende kaarslicht komen, bovendien ben ik helemaal soezerig van deze dag naast de haard.
Het weer van 24 november 1624:
“Al den dag windig storm ende noot weder, met schier geduerigen regen, hagel ende oock sneeu aen den Avont, regende schier dag ende nacht.”