
Nicht Geertruit van Overschie was vandaag over uit Delft. Ze kwam haar petekind Roeltje wederom een pond suiker als geschenk brengen. Het is een brok suiker uit een suikerkegel, waarvan ik stukjes afbik om Roeltje op te laten sabbelen. De kleine vindt het heerlijk en is er uren zoet mee.
Geertruit bracht ons het bericht dat ons broertje Abraham bij onze broer Hendrik uit Delft is weggelopen. Hij schijnt vandaag in Den Haag gesignaleerd te zijn. Ik vernam dit nieuws met pijn in het hart en ik weet dat ook David eronder gebukt gaat. Alleen uit hij het niet zo.
Het lukt ons niet een goed gesprek over Abraham te voeren. Het zou ons waarschijnlijk beiden opluchten en misschien kunnen we samen een oplossing voor Abraham verzinnen, want als dit zo doorgaat wordt het nooit wat met die jongen.
Het weer van 22 november 1624:
“Somber ende zuer weder, doch niet zonder regen.”