
Het gesprek over het weduwnaarschap met Berend Zwidde is David slecht bekomen. Mijn broer heeft vannacht heftige nachtmerries gehad. Hij werd zelfs huilend wakker en dat huilen is vier uur lang niet opgehouden. Hij was zeer ontroerd en bedroefd. In zijn droom had hij zelfs zo hard gehuild dat hij er bijkans blind van was geworden. Best zielig voor hem eigenlijk.
Jaccomijntje was hier al vroeg om ons klein Roeltje te halen. Zij heeft de hele ochtend op haar gepast. Ik had Roeltje een nieuwe groen pakje aangetrokken: ze zag er schattig uit. Het gaf mij de gelegenheid om witte broodjes te bakken. Nu ruikt het heel lekker in huis.
Na de broodjes heb ik ook nog een lekkere hutspot gemaakt voor de middagportie. Die hebben David en ik in gezelschap van broer Hendrik, Breckerveld en Jenneke opgegeten. Zeer genoeglijk: we hebben tot aan de avond bij het vuur over van alles gepraat. Ik heb zo’n vermoeden dat David zich inmiddels weer wat beter voelt.
Het weer van 14 november 1624:
“Veranderlijck weder, met sonneschijn ende oock swaren regen nu en dan.”