“Zo’n verre reis over zee brengt risico’s met zich mee.”

Den Haag, woensdag 6 november 1624

Tante Annetje is maar druk met haar os. Het beest is inmiddels geslacht. Tante heeft kaarsen laten maken van het smeer en is ons voor de middag een hutspot komen brengen. Lekker! En ze nodigde ons allemaal ook nog eens uit voor het avondmaal.

Maar het harstmaal werd een beetje een verdrietige toestand. Wijlen Roeltje, tantes dochter en Davids vrouw, bleek vannacht in de dromen van tante Annetje te zijn verschenen. Toen tante erover vertelde werd ze overmand door verdriet. Roeltje had tante in haar droom gezegd dat ze de brieven van Seger uit West-Indië niet meer mocht kussen. Dat doet tante namelijk altijd als ze brieven van haar zoon ontvangt: ze is dan zo blij een teken van haar vlees en bloed te ontvangen dat ze de brieven kust alsof ze haar zoon zelf zijn. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen.

Tante verkeert altijd in onzekerheid of Seger in levenden lijve zal terugkeren, want zo’n verre reis over zee brengt allerlei risico’s met zich mee, van scheurbuik tot piraterij. Mocht hij op zee komen te overlijden dan keert hij zelfs helemaal niet terug. Zelfs niet in doden lijve, zo vertelde David me later: in dat geval staat hem een zeemansgraf te wachten. Tante vertelde dat ze na Roeltjes verschijnen huilend wakker was geworden. Ik weet niet precies wat har droom te betekenen heeft, maar we waren er allemaal ontdaan van.

Het is nu regenachtig en windig weer. We kunnen hier aan de Hoogstraat de zee horen bruisen. Ik hoop dat de boze dromen mij vannacht bespaard blijven.

Het weer van 6 november 1624:
“Lieflijck weder als boven.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag