“Ik vermoed dat er een goede pot wijn aan te pas gekomen is.”

Den Haag, zondag 27 oktober 1624

Mijn broer David is een portret! Vanochtend zou hij op de kinderen passen zodat ik naar de preek kon, maar wat blijkt: hij werd al na een half uurtje door Breckerveld opgehaald om in het Achterom in gezelschap van diens oom Herman en mijn broer Hendrik te ontbijten. Hij heeft de kleintjes alleen thuis gelaten. Dat kan hij toch niet maken!

En vanavond had hij dit herengezelschap uitgenodigd voor een maaltijd van konijn, appelmoes, duif en een struif bij het vuur in zijn school. En wie mocht al dat eten klaarmaken?

Aan de toestand van mijn broers te merken, vermoed ik dat er ook nog een goede pot wijn aan te pas gekomen is. Ze zijn uitgelaten vrolijk.

Davids dagboek

Het weer van 27 oktober 1624:
“Voormiddag somber ende daernaer voort schoon weder met sonneschijn.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag