
Die David! Hij is klaar met de eerste versie van zijn kopieerklus: hij heeft heel hard doorgewerkt. Vandaag is hij tot zes uur aan het schrijven geweest en toen heeft hij de hele tekst aan Breckerveld en mij voorgelezen. Ik snapte er bijna niets van – het zijn ingewikkelde discussies tussen deelnemers en bestuurders van de VOC – , maar David en Herman hebben er nog ruim een uur over doorgepraat. Ik ben intussen maar de kinderen naar bed gaan brengen.
Het wordt alweer flink kouder. Het zal niet lang meer duren voor we dagelijks het haardvuur moeten opstoken. De kinderen lijken nauwelijks last te hebben van het koudere weer. Ze hebben amper vet op hun botten, maar hebben het altijd warm. Terwijl ik bij een beetje tocht al de rillingen krijg.
Het weer van 12 oktober 1624:
“Weder als boven, ende begon nu allenxkens wat kouder ende herfstachtiger te worden.”