
David heeft vandaag een mooie opdracht binnengehaald, dus we hoeven ons de komende tijd geen zorgen te maken over de financiën. Hij heeft ook inkomsten uit zijn school, maar een extraatje kunnen we goed gebruiken. Het betreft een kopieeropdracht van niemand minder dan Reinier Pauw. Hij kwam het origineel nota bene zelf hier langsbrengen. Ik schrok me eerlijk gezegd een hoedje, want meneer Pauw is een heel notabel type. Ten eerste is hij schathemeltje rijk dankzij de handel in zout en graan, maar daarnaast is hij volgens David burgemeester van Amsterdam, gedeputeerde in de Staten-Generaal en een van de grootste investeerders in de VOC geweest. De heer Pauw is nog steeds bewindhebber bij de VOC. De schrijfopdracht heeft hier dan ook mee te maken: David moet een discussiestuk tussen deelnemers en bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie verschillende malen in het net overschrijven zodat het verspreid kan worden. Het werk zal een volle maand in beslag nemen.
Misschien moet ik ook maar eens wat netter leren schrijven, want Davids handschrift is geld waard.
Vandaag hoorde ik van David dat gevaartje Catalina Caliou, de vrouw van compeer meester Miller, een beetje ziekelijk is. Ze is een heel lief mens, dus ik hoop dat het snel weer goed met haar gaat. Sara is ondertussen nog steeds in Delft, dus ik neem maar aan dat ze het naar haar zin heeft. Dat verbaast me niet: het is altijd een vrolijke boel bij broer Hendrik en zuster Eva.
Het weer van 4 oktober 1624:
“Heerlijck ende schoon somer weder met mist tegen den avont.”