
“Misschien is tante niet zo blij dat David avances maakt bij een andere vrouw.”
Den Haag, donderdag 3 oktober 1624
Tijdens de middagportie hebben we het hieltje van ons hammetje gegeten in gezelschap onze broers Hendrik en Steven. De laatste had een goede kan wijn voor ons meegebracht, dus het werd heel gezellig. We hebben wel tot drie uur met elkaar aan tafel gezeten. Daarna ben ik snel verder gegaan met mijn huishoudelijke taken en de mannen gingen wandelen in het Haagse bos. Nou ja: wandelen… Ik begreep later van David dat ze er geworsteld en gestoeid hebben. Op de terugweg hebben ze zelfs nog een wedstrijdje gedaan wie er het verst met een stok kon werpen. Dit alles vanwege hun lichamelijke gezondheid. Nou, dat is heel verstandig natuurlijk, maar Davids kleren waren helemaal vies en hij stinkt als een bunzing.
Ik heb het idee dat de relatie tussen David en tante Annetje aan het bekoelen is. Waarom is me niet helder. Misschien omdat hij daar wel erg vaak ’s avonds even langsgaat voor een praatje, om dan vervolgens bij haar in de herberg te blijven eten. Of tante is niet zo gelukkig met het feit dat David binnen een jaar na het overlijden van haar dochter Roeltje alweer avances maakt bij een andere vrouw….
Mijn broer Hendrik heeft vanmiddag onze kleine Sara meegenomen naar Delft. Ze mag daar een paar nachtjes logeren bij zijn huisgezin. Saartje keek er erg naar uit om met haar neefjes David en Salomon en haar nichtje Sara te spelen. Ik hoop maar dat ze het naar haar zin heeft en geen heimwee krijgt. Het is de eerste keer dat ze in haar eentje een paar dagen van huis is.
Het weer van 3 oktober 1624:
“Heerlijck somerweder.”