
Ach arme! Onze Adriaan is toch zo ziek geworden vannacht. Gisteravond bleef hij wat later op dan gewoonlijk, om met ons mee te eten van de koude ham. Die viel hem blijkbaar niet goed, want hij heeft tot tweemaal toe moeten braken.
Vanmiddag kwam zuster Anneke van Belle ons een heerlijke tros druiven brengen. Zij woont en werkt in Leiden bij het huisgezin van professor Meursius, maar omdat daar de pest zo woedt, is het hele gezin met personeel uitgeweken naar Wassenaar. En vandaag was de familie Meursius op uitnodiging van de ambassadeur van de Zweedse koning te gast in Den Haag. Anneke had dus even tijd om bij ons langs te komen en bij te kletsen.
Adriaan kon niet wachten om van de druiven te proeven, maar na twee druiven begon hij alweer te spugen. Nog maar net op tijd wist hij de kamerpot te bereiken. David heeft hem toen maar naar tante Annetje gebracht, want ik heb met de kleine meid mijn handen vol. Jaccomijntje heeft Adriaan net weer thuisgebracht en op bed gelegd.
Het weer van 1 oktober 1624:
“Eenen schonen dag weders.”