“Ik verheug me erop met Jaccomijntje op de schuit te zitten.”

Ik heb erg onrustig geslapen afgelopen nacht. Ik maakte me zorgen over de oorlog en toen ik eenmaal sliep, had ik een nachtmerrie. In mijn droom slopen zes rovers het huis van cousijn Pieter binnen en ze beklommen langzaam de trappen totdat de dienstmeid van cousijn met een paar ferme klappen hun hoofd eraf sloeg.

Vanmiddag vertrekken Jaccomijntje en ik helaas alweer uit Amsterdam. Straks bij het ontbijt komen nog wat mensen afscheid van ons nemen. Daarna moeten we onze spullen pakken en dan brengt cousijn ons naar de schuit op de Overtoom. Ik vind het zo spijtig dat ons speelreisje erop zit. Maar misschien moet ik juist dankbaar zijn dat ik dit heb mogen meemaken. Het heeft me in ieder geval goed gedaan. Het is mooi weer, dus ik verheug me erop om met Jaccomijntje op de schuit te zitten, na te praten en het landschap aan ons voorbij te zien trekken.