“Steven vertelde me hoe mooi Gouda is.”

Den Haag, woensdag 31 juli 1624

Het enige fijne van schrobben in dit weer is dat er water aan te pas komt, anders had ik het waarschijnlijk met een flauwte moeten bekopen.

Broer Steven kwam vanochtend vroeg koek langsbrengen die hij tijdens zijn dienstreis voor ons had gekocht. Erg lief. Adriaan en Sara hebben hun deel direct verslonden en kregen er een beetje buikpijn van. Tja, eigen schuld, dikke bult. Je kunt die kinderen honderd keer waarschuwen, maar luisteren doen ze niet.

Steven heeft me verteld over wat hij allemaal heeft meegemaakt in de drie weken dat hij weg was. Hij vertelde me hoe mooi Gouda is, en over de andere plaatsen die hij bezocht heeft. Hoe vies sommige herbergen waren waar ze verbleven, en hoe mooi soms het landschap. Het reizen per koets met zijn meester Riccen viel hem soms zwaar, omdat het geschommel van zo’n koets heel vermoeiend is, maar Steven natuurlijk een goede indruk wilde maken op zijn baas. Even wegdommelen werd niet op prijs gesteld.

Reizen zal zijn nadelen hebben, maar uiteindelijk ben ik jaloers op de vrijheid die mijn broers hebben om van alles te ondernemen.

Het weer van 31 juli 1624:
“Heeter ende zoelder als ooijt, ende tegen den Avont ten 4 uijren ging het weder af met donder, blixem, ende sware regen, continueerende meesten tijt tot in de Nacht.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag