“Ik heb Breckerveld een pekelharing voorgezet.”

Den Haag, woensdag 24 juli 1624

En of David weer verliefd is! Hij heeft alweer een gedicht geschreven, dit keer beginnend met de regel ‘In ware schoonheijt’. Ik heb gauw in zijn dagboek gelezen en ben er nu achter dat het voor ene juffer J.D.R. bestemd is. Die initialen zeggen me helaas nog niet zoveel. Het juffertje zou, net als juffer S.G., hier ergens achter de Hoogstraat moeten wonen: tussen het Noordeinde en de Kneuterdijk in, denk ik op basis van al z’n wandelingetjes. Misschien kan Jaccomijntje me ermee helpen.

Ondertussen schoof Breckerveld vanochtend weer eens ouderwets aan voor het ontbijt. Ik heb hem pekelharing voorgezet en een pot bier. Hij is wel een uur lang blijven praten. Net hoorde ik dat hij vanmiddag ziek op bed gelegen heeft. Ik hoop maar niet dat het van mijn pekelharing kwam. Maar goed, hij heeft David al weer uitgenodigd op de avondportie. Dus zo erg zal het allemaal niet zijn.

Het laatste nieuws van broer Hendrik: ook in Delft slaat de pest hard toe.

Het weer van 24 juli 1624:
“Heet, bang ende recht honsdags-weder met onlijdelijcken sonneschijn.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag