
David had vanmiddag een briefje aan oom Adriaan geschreven met het verzoek of hij ons opstandige broertje Abraham thuis wilde laten brengen. Oom liet hierop weten dat David Abraham maar moest komen halen. En wie werd er uiteindelijk op pad gestuurd? Ik natuurlijk. Ik moest naar het Voorhout lopen om de lastpak naar huis te bewegen! Dat viel niet mee… Ik heb er dik een uur over gedaan om Abraham bij oom te pakken te krijgen en uit het huis te slepen. Vervolgens heb ik hem aan zijn oren naar huis moeten trekken.
Het weer van 28 juni 1624:
“Soel weder als boven, regenende ondertussche oock al nu ende dan.”