“Wij blijven nog een nachtje in Delft.”

Delft, maandag 17 juni 1624

Vanmiddag zagen we op de kermis ineens mijn broertje Abraham lopen! Hij liep er tussen de kramen wat verloren bij en zag er niet uit: vuil, schurftig en onder de luizen. We konden hem van een straatlengte afstand ruiken! Ik ben op een drafje naar huis gerend om Hendrik te halen, terwijl Jaccomijntje op de kermis bleef om mijn broertje in de gaten te houden. Eenmaal op de kermis, heeft Hendrik Abraham met allemaal zoete woorden en valse beloften mee naar huis gelokt en hem hier gevangen gezet. Het is heel zielig, maar als je Abraham niet vastzet loopt hij de hele tijd maar weg!

Jaccomijntje is net terug gegaan naar Den Haag om David te berichten dat onze lastpak gevangen zit. De kinderen en ik blijven nog een nachtje in Delft bij broer Hendrik en zuster Eva logeren. Zo kan ik een beetje voor Abraham zorgen.

Het weer van 17 juni 1624:
“Schoon weder, maer met geenen geduerigen Sonneschijn.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag