“Hendrik zag er puik uit in zijn uniform!”

Ik zit hier heel stilletjes te schrijven om niemand wakker te maken. Het is al laat. Vanochtend was ik al vroeg op om samen met Jaccomijntje en de kleine Adriaan en Sara met de schuit naar Delft te varen, zodat wij ruim voor de kermismaaltijd bij broer Hendrik zouden arriveren. Na ons kwam oom Adriaan aan, en rond een uur of een Breckerveld en mijn broers David en Steven. Naast dit Haagse gezelschap hadden Hendrik en Eva hun vader en moeder, broer en schoonzuster uit Delft en hun zuster en zwager uit Rotterdam te gast. Een heel gezelschap dus!

Eva en Hendrik hebben tot vier uur ’s middags goede sier gemaakt met hun overvloedige kermismaaltijd en daarna zijn we de kermis gaan bezoeken. Ook hebben we de prachtige en magnifieke eerste compagnie van de Delftse schutterij zien marcheren. Mijn broer Hendrik is lid van deze compagnie. Ik moet zeggen; hij zag er puik uit in zijn uniform!

Mijn broers, oom en Breckerveld zijn vanavond weer teruggegaan naar Den Haag, maar de kinderen, Jaccomijntje en ik blijven vannacht in Delft slapen om morgen weer de kermis te kunnen bezoeken.