“Dat is geen gepaste bezigheid voor gehuwde vrouwen.”

Den Haag, zondag 9 juni 1624

Vandaag ben ik twee keer naar de kerk geweest, maar verder heb ik bar weinig gedaan vanwege het snikhete weer. Wel heeft mijn broer David mij en de kinderen poëzie van Anna Roemers Visscher voorgelezen.

Wat is ’t anders als fraai?

Die anders niet en kan als zingen,
spelen, tuiten,
is geenszins fraai zo deugd en
eerbaarheid staan buiten.

Een vrouw die niet als zingt en tuit,
die gaarne danst, en die de luit
schier nimmer uit haar handen leit,
fij, fij, dat is lichtvaardigheid.

Ik vind het knap dat een vrouw zo mooi kan dichten. David vertelde me dat Anna Roemers Visscher, nu ze getrouwd is, waarschijnlijk niet meer aan het schrijven van gedichten en haar andere kunstzinnige activiteiten zal toekomen, omdat dat geen gepaste bezigheid is voor gehuwde vrouwen. Dat is ook waar het gedicht over gaat, zo legde hij me uit. Toch zonde!

Mijn broer Steven en oom Adriaan waren hier vanmiddag nog op bezoek, maar doordat de heren met David en cousijn Mannes op Davids comptoir gingen zitten, heb ik weinig plezier beleefd aan hun gezelschap.

Vervolgens werden David en Mannes op de portie genood bij oom. Dus heb ik weer alleen met de kinderen moeten eten. De heren kwamen net terug, maar David is gelijk weer uit wandelen gegaan. Nu zit ik hier alleen met cousijn Mannes. Ik hoop maar dat hij snel naar bed gaat. Of beter nog: dat zijn positie als legerapotheker snel geregeld is.

Roemer

Het weer van 9 juni 1624:
“Van den morgen vroeg af onlijdelijck versmacht heet ende zoel weder, maer tegen den naermiddag ende Avont wat getempert door eenen Noort-west windeken.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag