“Ik zou me bijna in de Hofvijver werpen of in zee.”

Den Haag, woensdag 22 mei 1624

Ik zou me bijna in de Hofvijver werpen of in zee. Zo warm is het. Maar goed, ik ben vandaag weer braaf in huis aan het werk geweest, al ging het allemaal wat minder vlot dan gewoonlijk. Iedereen is een beetje tam van de hitte. Behalve oom Adriaan: die kwam vandaag langs met een heel verhaal over zijn kinderen en allerlei onbelangrijke nieuwtjes. Hij bleef vervolgens op de portie, samen met Breckerveld die ook was komen aanlopen. Tijdens het eten kwam Jenneke langs om te zien waar Breckerveld bleef, en uiteindelijk is zij ook aangeschoven. Toch nog een drukke boel!

Ik kan er niet goed tegen als oom Adriaan zo over zijn kinderen aan het ‘snorrepijpen’ is, zoals David dat noemt. Oom blijft er maar over door beuzelen, maar in vergelijking met onze Abraham gedraagt zijn kroost zich voorbeeldig en hij heeft niks om zich druk over te maken. Van mijn broertje krijgen we ondertussen echter taal noch teken.

Het weer van 22 mei 1624:
“Heet somer weder.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag