
De kermis in Leiden is begonnen. Eigenlijk zou broer Hendrik er vanochtend samen met David naartoe gaan, maar dat ging niet door. Hendrik had het te druk. Jammer, ik had best zin gehad in een hele dag alleen met de kinderen. Een beetje luieren zonder de hele tijd door David op mijn vingers te worden gekeken. En zonder dat de kinderen stil hoeven te zijn. Maar goed, we zijn toen maar met zijn allen naar de kerk gegaan: David, Adriaan en Sara en ik. Daar troffen we tante Annetje en Jaccomijntje. Na afloop hebben we voor de kerk nog een tijdje staan praten. Ook over Abraham natuurlijk.
Vanmiddag arriveerde Hendrik alsnog. Samen met David is hij gauw naar de Leidse schuit vertrokken. Maar toen misten ze die, waarna ze naar huis kwamen om te eten. David ontdekte daardoor dat ik niet alleen geen eten gekookt had, maar ook het haardvuur had laten doven. Hij was laaiend! Nu zijn mijn broers naar tante Annetje om in de herberg wat te eten, maar ik denk dat ik straks nog wel een standje krijg.
Het weer van 19 mei 1624:
“Des morgens vroeg zuijr ende somber weder, maer voorts de hele dag over heerlyck somer weder met eenen koelen Noordoosten wint.”