
Ik ben een beetje bezorgd over mijn broertje Abraham. Zijn leermeester meester Herman Jansz heeft ons vanuit Arnhem een briefje gestuurd waarin hij schrijft dat hij erg ontevreden is over zijn leerling. Hij klaagt dat Abraham dom en zwak is en dreigt hem terug naar Den Haag te sturen. David wil dat kost wat kost voorkomen, maar het lijkt mij niet zo’n slecht idee. We kunnen toch gewoon hier in de stad een leerplek voor hem vinden?! Abraham is geen makkelijke jongen, maar met een beetje liefde en aandacht krijg je bij hem meer voor elkaar dan met de straffe hand. Typisch iets voor David en meester Jansz om juist zo’n kwetsbaar jongetje zo hard aan te pakken.
Om van het nare gevoel af te komen, heb ik vanmiddag wat uitgebreider dan normaal met Adriaan en Sara gespeeld. We hebben op het binnenplaatsje gekegeld. Ik heb Adriaan natuurlijk laten winnen. Hij was zo trots als een pauw.
Tante Annetje kwam vanavond David nodigen voor de portie bij haar in de herberg. Het is inmiddels half elf geweest en hij is nog steeds niet thuis. Hij brengt de laatste dagen een hoop tijd door met tante. Ik ben benieuwd wat ze allemaal te bespreken hebben.
Het weer van 10 mei 1624:
“Weder als voor.”