
David heeft tijdens zijn ochtendwandeling de min uitgenodigd voor het middagmaal. We zijn straks in gezelschap van tante Annetje, cousijn Jan Mannes, de min met haar eigen dochtertje en ons Roeltje, broer Steven, en Breckerveld met zijn sneue bruidje.
Na de maaltijd zijn de mannen gaan wandelen en heb ik nog even met Jenneke een praatje gemaakt. Jenneke blijkt dus echt verschrikkelijk heimwee te hebben naar Arnhem. En ze is pas een dag hier! Dat belooft niet veel goeds voor hun huwelijk. Ik heb geprobeerd haar bemoedigend toe te spreken, maar ik betwijfel of dat geholpen heeft.
We hebben haar naar huis begeleid en daarna ben ik met de kinderen even naar Jaccomijntje gelopen om een praatje te maken. Zij vindt het ook maar raar dat Jenneke zo’n heimwee heeft.
Het weer van 7 mei 1624:
“Heerlijck weder als boven, maer al wat koeltjens met noordelijcken wint.”