“David heeft Hendrik tot aan Rijswijk begeleid.”

Den Haag, donderdag 2 mei 1624

Rustig dagje vandaag, maar volgens David is het stilte voor de storm. Als straks het kermisgewoel losbarst, krijg ik het volgens hem nog druk genoeg. Het huis is gelukkig al op orde voor onze gasten; vanochtend heb ik het laatste poetswerk gedaan.

Het was prachtig weer, dus Jaccomijntje en ik zijn een eind door de stad gaan wandelen. Eerst hoorden we in de Prinsessentuin de nachtegaal zingen, daarna zijn we via de Kneuterdijk naar de Vijverberg gelopen, over het Hof en naar de Spuistraat. We zijn ook langs het hoerenpaadje gelopen. Dat vind ik altijd weer een beetje spannend.

Mijn broer Hendrik uit Delft kwam ook nog langs. Ik heb hem naar Davids schooltje gestuurd. Er waren maar weinig kinderen, dus David heeft ze de rest van de middag vrijaf gegeven. David is met Hendrik mee huiswaarts gewandeld, net tot aan Rijswijk, zo vertelde hij. Nu is hij naar tante Annetje voor de portie.

Ik zit hier te gapen. Het is half tien geweest, hoor ik aan de kerkklok, maar David is nog niet terug. Ik kruip maar eens bij de kinderen in bed, ik ga niet op mijn broer wachten. Morgen weer een dag.

Davids dagboek

Het weer van 2 mei:
“Weder als boven, doch wat koelder.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag