
Vanochtend om zeven uur hadden we onverwacht bezoek: joffer Christina Poppings en haar neef Lansing uit Amsterdam waren in Den Haag aangekomen. Ze zijn op doorreis naar Zeeland. Vandaaruit zal Lansing naar Frankrijk vertrekken en nu hadden ze een halve dag om in Den Haag dingen te regelen.
Joffer Poppings is wel vaker hier en dan fungeert mijn broer David als een soort chaperonne. Dat was ook vandaag het geval. Hij is eerst met hen beiden gaan wandelen en daarna zelf naar zijn schooltje gegaan. Voor het noenmaal waren ze hier weer te gast. Ik moest snel iets bedenken om ze voor te schotelen, want David wilde al om 11 uur eten. Het is een schelvisje geworden. Ik hoop maar dat ze het lekker vonden.
Na de portie heeft David hen meegenomen naar het hof van de Winterkoning. Ze hebben de koning en koningin uitvoerig kunnen bewonderen, dus David was helemaal in zijn nopjes. Ook moesten ze nog voor een boodschap naar de ambassadeur van Engeland. Daarna zijn ze gedrieën met de wagen naar Delft vertrokken.
Ze zijn Delft via de Rotterdamse poort binnengegaan, omdat juffrouw Poppings en haar neef daar de bagage moesten afleveren om vanmiddag om vier uur met de schuit te kunnen doorreizen. David is een paar uur in Delft gebleven en kwam net weer terug met de schuit. Natuurlijk heeft hij onze broer Hendrik bezocht: alles verloopt weer voorspoedig met Hendrik en zijn gezin.
Het weer van 29 april 1624:
“Heerlijck ende heet weder met een liefflijck Zuijtwest-windeken.”