“Ik heb een hoop werk verzet.”

Den Haag, vrijdag 26 april 1624

Na Davids verhaal over de bende van Jacob Jansz Boot Graswinkel ben ik vandaag maar eens begonnen met het vegen, ragen en schoonmaken van het huis. Ik probeer de boel door het jaar heen zo goed mogelijk bij te houden, maar in het voorjaar worden wij huisvrouwen geacht alles weer eens extra goed onder handen te nemen.

Een bijkomende reden is dat begin mei de Haagse Kermis begint en David en ik dan altijd veel gasten ontvangen. Die kermis van ons wil niemand missen, dus al onze vrienden uit Amsterdam en Delft komen deze kant op. Ze komen dan wel voor de kermis, maar ze blijven bij ons eten en slapen. Daar ben ik straks heel druk mee, maar ik klaag niet: de kermistijd is een van de gezelligste periodes van het jaar.

David legt veel eer in een geordend huishouden, dus hij heeft me vanochtend gevraagd om alles voor de kermistijd op orde te hebben. Nou, over vandaag hoeft hij niet te klagen: ik heb een hoop werk verzet en de hele bovenboel gedaan. Nu even een potje koken voor mezelf en de kinderen, op tijd naar bed en morgen weer verder met de rest van het huis.

Het weer van 26 april 1624:
“Schoon ende heerlijck weder doch met ongestadigen sonneschijn ende wint als boven.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag