“Graswinkel was alchemist.”

Den Haag, donderdag 25 april 1624

Nou zeg, wat broer David me net vertelde! Hij was vandaag in Delft, onder andere om onze broer Hendrik te bezoeken. Samen gingen ze naar de woning van Jacob Jansz Boot Graswinkel, misschien wel de meest curieuze figuur over wie ik gehoord heb.

Graswinkel is dit jaar overleden, maar gedurende zijn leven was hij alchemist. Hij was een telg uit een rijk regentengeslacht, sprak verschillende talen en had grote belangstelling voor de kunsten. Daarnaast was hij een weldoener: hij deelde zijn bezit met zieken en armen en voorzag hen onder meer van geld, goederen, medicijnen en water.

Maar voor zichzelf zorgde deze Graswinkel blijkbaar minder goed. David vertelde me dat Graswinkel in vijftig jaar tijd geen bezoek ontvangen had en slechts leefde op karnemelk, brood en kaas. Zijn huis in de buurt van de Oude Kerk was in jaren niet schoongemaakt en zeer vervallen, zo zagen David en Hendrik. Er liepen ratten, muizen, spinnen en ander ongedierte. In het hele huis was bed, deken, haardvuur noch potten en pannen te vinden. David vond de situatie om te huilen, maar hij en Hendrik hadden ook wel weer moeten lachten: alle rommel die Graswinkel in zijn 87-jarige leven had verzameld lag manshoog opgestapeld. Mijn broers hadden nog nooit zo’n bende gezien.

Alembiek

Het weer van 25 april 1624:
“Veranderlijck weder met Zuijt-westen wint, nu schijnende de Son ende dan regenende.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag