
David pakte vandaag eindelijk weer eens zijn biezen. Hij is, vanwege het mooie weer, te voet naar Delft gegaan om daar broeder Hendrik en zuster Eva te bezoeken. Hij heeft daar gegeten en samen met Hendrik door en rond Delft gelopen. Eva ging niet mee: in haar toestand loopt ze het liefst zo min mogelijk. Het duurt nu niet lang meer voor de kleine zich zal aandienen. David vertelde me dat ze het bloemenhof van Jan van Biesselingen hebben bezocht en de eerste bloemen van deze lente hebben gezien. Die waren in de laatste vijf dagen dankzij de warme en lieflijke zon uit de aarde omhoog gekomen.
Ik kreeg intussen de schrik van mijn leven. Vanmiddag stond ineens Breckerveld bij me op de stoep. Hij was net teruggekeerd uit Arnhem en kwam langs om te vertellen dat hij Jennekes bruidegom is geworden. Dus toch! Hij heeft daadwerkelijk in Arnhem een huwelijkscontract gesloten. Ongelofelijk dat hij ons niet heeft verwittigd. Dat vindt David dus ook. Hij is best een beetje beledigd. Dat snap ik ook wel. Het zijn tenslotte beste vrienden.
Breckerveld had een briefje bij zich van mijn broertje Abraham. Het eerste briefje van zijn leven! En dat kon je wel zien ook; wat een slordig handschrift. David meent uit het briefje te kunnen opmaken dat het Abraham prima afgaat daar in Arnhem, maar daar geloof ik helemaal niks van.
Het weer van 28 maart 1624:
“Voormiddags doncker-Nevel-ende regenachtig weder tot bij 1 uijr toe, maer van doen voort tot des Avonts toe recht Somer weder met warme sonneschijn.”