
O hemel, broer David is helemaal ontdaan. Hij was uitgenodigd om bij tante Liesbeth en oom Adriaan aan te zitten, bij het afscheidsmaal van jonker Bilsen. David ging dus vanavond om een uur of acht helemaal opgedirkt op pad. Je doet David geen groter plezier dan een ontmoeting met hooggeplaatste personen. Hij had zelfs ons broertje Abraham als lantaarndrager meegenomen om bij aankomst een extra deftige indruk te maken.
Maar op de stoep voor het huis gaf tante Liesbeth hem te verstaan dat hij bij nader inzien toch niet welkom was. Wat bleek nou: David was niet zozeer door de jonker uitgenodigd, maar door tante zelf. En zij had niet alleen David, maar nog veel meer mensen op eigen titel uitgenodigd. Daardoor waren er te veel genodigden voor het aantal stoelen aan tafel. Dus kwam David onverrichter zaken weer thuis met zijn lantaarndrager. Als genoegdoening hebben oom en tante hem uitgenodigd om morgen de koude bout te komen eten.
Maar ja, toen was David dus ineens thuis voor het avondmaal, terwijl ik mezelf juist vrijaf had gegeven van het koken. Ik had de kinderen een korst brood gegeven, en vond het wel goed zo, maar hij werd dus heel erg boos dat ik geen warme pot gekookt had. Nou vraag ik je?! David is uiteindelijk maar bij Breckerveld op de portie gegaan.
Het weer van 10 maart 1624:
“Al hart-vriesende dach helder ende heerlijck weder met Sonneschijn.”