“Bij Hendrik stond het eten klaar.”

Den Haag, donderdag 7 maart 1624

Nou, die ellendige kou is dus weer terug. Het is maar goed dat de zon schijnt, anders zou ik overvallen worden door melancholie. Om er toch nog een leuke dag van te maken zijn broer David, Breckerveld, de kinderen en ik vanmiddag naar Delft gelopen om te zien hoe het daar ging. Er stond een harde wind en het was erg koud, maar toen we bij broer Hendrik aankwamen stond op het vuur een pot met een heerlijk stuk gezouten rundvlees klaar. We hebben tot een uurtje of zes bij de haard zitten kletsen, terwijl mijn schoonzuster Eva Davids hoed herstelde. Eva heeft inmiddels een joekel van een buik, maar het kindje laat toch nog even op zich wachten, zo lijkt het.

De terugreis naar Den Haag hebben we met de schuit afgelegd. De schipper vertelde ons dat hij vandaag voor het eerst in 13 of 14 weken zijn dienst kon varen. Al die weken lag er te veel ijs. Ik hoop voor die beste man dat het nu niet weer zo lang en zo hard zal vriezen, anders kan hij zijn nering wel opdoeken.

Breckerveld is bij ons op de portie gebleven en net vertrokken. Het is 10 uur geweest en David is al naar bed: hij had hoofdpijn van de kou. Ik kruip ik er ook maar eens in.

Kookpot

"#DenHaag1624: straks op pad naar Delft. Lopend in de ijzige kou. Toch #zinin!"

Het weer van 7 maart 1624:
“Hadde het nachts zoo fel gevrosen, dat de jongens over het nieuwe ys gingen, was eenen fellen koude, doch heerlijcken dag weders met sonneschijn.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag