
Tsja, de wens is de vader van de gedachte. Ik kon gisteren wel denken dat de voorjaar in aantocht is, maar ondertussen is het weer hard aan het vriezen. Behalve Abraham heeft niemand van ons zich buiten begeven vandaag. Ook David was de hele dag thuis: hij heeft gedichten geschreven en voor het eten nog wat aantekeningen gemaakt in zijn dagboek. Adriaan en Sara waren ondertussen zoet aan het spelen. Adriaantje heeft een tol: hij wordt er al aardig handig mee.
Zelf heb ik wat opgeruimd, eten bereid met wat ik nog in huis had – en dat was niet zoveel – en zitten handwerken bij het vuur met mijn voetjes op de stoof, want anders is het echt niet te doen.
Het weer van 6 maart 1624:
“Dapper hart vriesende, al van de nacht af met stercken wint.”