
Ik had er al een tijdje niks meer over vernomen, maar David zet zijn plan om ons broertje Abraham uit te besteden toch door. Nog voor we naar de kerk gingen heeft hij een brief aan meester Herman Jansz in Arnhem geschreven. Ik vertel hier voorlopig nog maar niks over aan Abraham, want hij wordt er alleen maar nog opstandiger en vervelender van.
Na de kerk kwam Breckerveld met ons mee om kool, spek en worst te eten. Hij had voor David een getekend landschapje op perkament meegenomen. Heel mooi. Ik hoop dat David het hier ophangt, en niet op zijn school. Dan hebben wij er ook plezier van. Na het noenmaal zijn David en Breckerveld samen weer ter predicatie gegaan. Mijn vriendinnen kwamen langs voor een praatje. David noemt ze ‘de winckelmeijt’ en ‘de nicht van Smout op de mart’. Hij zegt dat het maar plagerij is. Maar ik noem Breckerveld toch ook niet ‘de glaskrasser’?
Met mijn vriendinnen, Adriaan en Sara ben ik nog even naar het Binnenhof gewandeld, want daar was vandaag van alles te doen. Prins Maurits hield er een feestmaal. Hij had de koning en koningin van Bohemen, twee hertogen van Weimar en nog vele andere hooggeplaatste figuren te gast. Als afsluiting was er prachtig vuurwerk op de bevroren Hofvijver. Vrijwel heel Den Haag was op de been om het te aanschouwen. Behalve David, want die zat bij tante Annetje in de keuken te praten en heeft zodoende het hele feest gemist. Hij keek beteuterd toen ik hem er na thuiskomst over vertelde. De kinderen vonden het prachtig, hoewel Sara wel erg schrok van de harde knallen.
Het weer van 3 maart 1624:
“Hadde des nachts wat gevrosen ofte gerijpt, doch was over dag veranderlijck weder, nu ende dan sonneschijn, maer des naermiddags regenachtig.”