
Zoveel last als ik gister van Abraham had; vandaag was hij weer eens in geen velden of wegen te bekennen. Mijn jongste broertje is de hele dag van huis geweest en zelfs niet thuisgekomen voor het noen- en het avondmaal. Ik maak me dan toch zorgen om hem. Maar ja, hij kwam net binnen – ver na negen uur – en dan word ik weer heel boos op hem. Waarom doet hij dan ook van die domme dingen?!
Mijn oudste broers David en Hendrik zijn heel anders. Ze zijn beiden nogal artistiek. Naast hun schoolwerk schrijven ze gedichten voor zichzelf en in opdracht. Hendrik is al sinds november bezig met een gedicht van 200 verzen over het lot van Bohemen. Hij wil het aanbieden aan iemand met connecties aan het Boheemse hof hier aan de Kneuterdijk, in de hoop er als dank een geschenk of een kleine som geld voor te ontvangen. Het zou natuurlijk mooi zijn wanneer hij er niet alleen een presentje voor krijgt, maar meer schrijfopdrachten. Maar goed, hij heeft pas één versie van zijn gedicht op perkament en dat mag niet kwijt raken of vies worden. Daarom heeft David aangeboden het gedicht over te schrijven. Hij is er de hele dag mee bezig geweest. Volgens hem is het gedicht knap gemaakt.
David heeft Abraham voor straf gelijk naar bed gestuurd. En nu zitten David en ik samen bij het vuur psalmen te zingen. Psalm 23 en 50 hebben we net gehad. Als we straks ook Psalm 51 gezongen hebben, kruip ik ook maar eens onder de wol.
Het laatste nieuws: Vandaag arriveerde de ambassadeur van de prins van Transylvanië, de oude graaf van Thurn, in Den Haag. Een kennis van mijn broer David, plaatsnijder Crispijn van den Queborn, heeft snel een prent van de graaf gemaakt, opdat ook het gewone volk weet wie deze voorname, nieuwe plaatsgenoot is.
Het weer van 2 maart:
“Schoon weder met sonneschijn ende zonder regen.”