
David kwam net thuis met het laatste nieuws: Maurits, prins van Oranje, is vanavond om zeven uur teruggekeerd in Den Haag. Ik vroeg me al af wat het rumoer op straat was. Maar het was dus de prins met zijn gevolg.
Maurits verbleef enige tijd op de Veluwe, in buurt van de IJssel, om de Spanjaarden die zich daar verschanst hadden stevig in de gaten te houden, maar gelukkig zijn de Spaanse soldaten met de staart tussen de benen vertrokken. Het Spaanse gevaar is gelukkig voorlopig geweken. Dat betekent volgens David niet dat de oorlogsdreiging nu voorbij is. Het eigenlijke oorlogsseizoen begint dit voorjaar weer. Het blijft spannend of we stand houden, maar ik probeer er maar niet te veel aan te denken. Ik kan er toch niets aan veranderen.
Donderdag 29 februari 1624: schrikkeldag
Het is nog steeds druilerig weer, maar gelukkig is de sfeer hier in huis goed. David heeft vandaag namelijk een mooie opdracht gekregen via de familie Van Overschie. Zij laten door Breckerveld een wapen in glas graveren en hebben aan David gevraagd of hij er twee verzen bij wil maken. Hij is gelijk aan de slag gegaan. Tegen de avond is hij even naar Breckerveld gelopen om te kijken hoe het met zijn graveerwerk stond. En toen kwamen ze samen terug om hier de portie te eten. Dus dat was gezellig. Na het eten moest Breckerveld er weer vandoor. David zit nu al uren op zijn comptoir te lezen. Dat is dan weer wat onaardig. Ik vind dat hij af en toe best wat tijd aan Adriaan en Sara zou mogen besteden. Al is het maar om mij een beetje rust te gunnen…
Het weer van 28 februari 1624:
“Doijende weer met regen, zonder sonneschijn.”