
Vanochtend zijn we naar de dienst van negen uur in de Grote Kerk geweest. Dominee Roseus hield een lofpreek over hoe de Spanjaarden, onze grote vijand, met veel verlies van manschappen, gevlucht zijn van hun positie aan de IJssel. Tsja, we mogen dan wel veel klagen over de lange winter, maar het is juist dankzij diezelfde kou dat we de Spanjaarden hebben kunnen verdrijven.
Voor het noenmaal kwam broer Hendrik over uit Delft. Daarna zijn weer we naar de kerk gegaan, waarna David ons bij het vuur nog een groot stuk uit zijn Franse bijbel heeft voorgelezen.
Mijn broers hebben vandaag trouwens P.C. Hooft hier in Die Haghe zien lopen. David heeft gehoord dat hij in Den Haag was om enige verdachten af te leveren. Hooft is namelijk niet alleen dichter, maar ook drost van Muiden. Als drost is hij mede verantwoordelijk voor de veiligheid van Amsterdam. Dus ik ben benieuwd waar de figuur in kwestie van verdacht wordt.
Het weer van 25 februari 1624:
“Helder en schoon weder als boven, maer minder doijende ende harder vriesende.”