
Mijn broertje Abraham heb ik vanochtend met een briefje en twee konijnen naar broer Hendrik in Delft gestuurd. De konijnen zijn voor het feest dat Hendrik morgen geeft.
Vanavond had ik zelf gasten op de portie. David had meester Jan de Grave, die nog steeds uit Dordrecht over is, en tante Annetje uitgenodigd. Ik heb mijn best gedaan om iets lekkers voor hen klaar te maken. Hopelijk is tante Annetje een beetje tevreden over hoe mijn kookkunsten zich ontwikkelen, want ze doet erg haar best om me zoveel mogelijk te leren. Vanavond heeft ze er niets over gezegd, dus daar word ik dan weer onzeker van. David heeft ze om half elf elk naar hun logement gebracht.
Het weer van 17 februari 1624:
“Vorstig, kout ende streng (doch helder) weder met Sonneschijn.”