“Je kunt wel zien dat Hendrik ziek is geweest.”

Den Haag, donderdag 15 februari 1624

Vandaag kwam broer Hendrik langs uit Delft. Hij is gelukkig weer beter, maar je kunt wel zien dat hij zo ziek is geweest: hij ziet nog wat witjes en is flink afgevallen. Voor het noenmaal had ik een stevige brij met kool gemaakt, en daar knapte Hendrik goed van op.

Na het eten heeft hij met David een rondje door Den Haag gelopen om alle familieleden en vrienden gedag te zeggen en te bedanken voor hun belangstelling tijdens zijn ziekbed. Zo hebben ze vanmiddag tante Judith, tante Liesbeth en oom Adriaan aan het Voorhout bezocht. Hendrik heeft oom Adriaan gelijk uitgenodigd voor de Vastenavond die hij zondag bij hem thuis in Delft viert.

Natuurlijk zijn mijn broers daarna nog naar de boekenmarkt in de Ridderzaal op het Binnenhof geweest, samen met broer Steven. Als het om boeken gaat zijn ze alledrie nogal hebberig. Om een uur of zes is Hendrik weer met de wagen terug naar Delft gereden.

David was net weer bij Berend, zijn kleermaker. Hij moest hem knopen en zijde brengen voor zijn mantel. Hij heeft vandaag ook nog inkopen gedaan bij kapitein Cornelis Oliviersz. hier aan de Hoogstraat. Cornelis is kapitein bij de schutterij, maar daar verdient Cornelis geen cent mee. Sterker nog: het kost een lieve duit om lid te zijn van de schutterij. Al is het maar vanwege het kostuum dat door de schutters moet worden aangeschaft. Zijn inkomsten haalt Cornelis uit zijn winkel, waar David linten voor zijn mantel en een nieuwe hoed heeft aangeschaft.

Jassluiting

"David is maar druk met die nieuwe mantel van ‘m: hij ziet z’n kleermaker vaker dan zijn huysgezin."

Het weer van 15 februari 1624:
“Schoon weder met Sonneschijn, waerdoor het ijs ende sneeu op de middag al vrij ontdoijde, doch vroor tegen de nacht al enen lustig.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag