
Vandaag ben ik zowel voor als na de middag naar de Grote Kerk geweest voor een preek. De kinderen waren bij tante Annetje en daar ben ik later ook naartoe gegaan om mee te eten. Het was heel gezellig, vooral met Jaccomijntje.
Jaccomijntje is mijn beste vriendin. Haar volle naam is Jacobmina Lambrechts van Belle en zij is de bastaarddochter van Lambrecht Segersz van Belle uit zijn buitenechtelijke relatie met Maijcke Conckelbergh. Jaccomijntje woont dus bij tante Annetje, de weduwe van haar verwekker. Dat is helemaal niet zo bijzonder, want ook bij de Oranjes worden bastaardkinderen dikwijls in het huishouden van hun vader opgenomen. Niet dat ik de Van Belle’s met de Oranjes wil vergelijken…
Met mijn broer Hendrik gaat het al iets beter. Oom Adriaan kwam na terugkomst uit Delft langs om ons verslag uit te brengen. Wel vroeg Hendrik of David morgen zijn school weer wil waarnemen, want de chirurgijn zal hem morgen aderlaten. Mijn broer Steven, die eigenlijk klerk is op het kantoor van rekenmeester Riccen, neemt dan op zijn beurt de school van David waar. Zo helpen we elkaar zo goed en zo kwaad als het gaat uit de brand.
Het weer van 4 februari 1624:
“Doijende, sneeuwende, graeu, nat en windig weder.”