“In bed kruipen we zo dicht mogelijk tegen elkaar aan.”

Den Haag, dinsdag 30 januari 1624

Het is alweer dagen ontzettend koud. De wind waait door het huis en alleen heel dicht bij het vuur is het aangenaam. Adriaan en Sara speelden vandaag dicht bij de haard, om een beetje warm te blijven. Ik werd er nerveus van, bang dat ze zich zouden branden. Uiteindelijk was het natuurlijk Abraham die zijn handen verbrandde toen hij ze wilde warmen aan de kookpot. Het is ook altijd wat met die jongen.

Als we naar buiten gaan proberen we ons zo dik mogelijk aan te kleden, en in bed kruipen we zo dicht mogelijk tegen elkaar aan. We liggen met z’n vijven in één bed: mijn broers David en Abraham, de kinderen en ik. Het is al laat, dus ik kruip er snel bij.

Het weer van 30 januari 1624:
“Al effe ongestuijmen, vorstigen ende kouden weder, doch wel helderen sonneschijn.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag