
Rustig dagje vandaag. Maar niet voor David. Hij kreeg vanochtend een spoedopdracht: hij moest de lijkdichten van Daniel de Kempenaer op stel en sprong nakijken. De Kempenaer schreef de gedichten in het Frans, Latijn en Hoog-Duits bij het overlijden van de graaf van Schuylenburg.
De graaf is ruim twee maanden geleden overleden, maar, zoals dat gaat bij de hoge heren, was zijn begrafenis vandaag pas. Breckerveld is wezen kijken en kwam vanmiddag even verslag uitbrengen. Hij vertelde dat het een deftige bedoening was. De graaf werd met grote staatsie begraven. Van heinde en verre waren hoogwaardigheidsbekleders gekomen om hem hun laatste eer te bewijzen.
Ondertussen werd hier een wagen turf gebracht, dus we kunnen voorlopig weer stoken.
David is met Breckerveld meegegaan en heeft diens tekenboek met landschapstekeningen bekeken. David was er wel van onder de indruk, zo vertelde hij me net. Hij heeft daarna bij tante Annetje kabeljauw gegeten en bracht haar recept voor mij mee.
Het weer van 23 januari 1624:
“Schoon ende stil weder met sonneschijn.”