
Vanmiddag heb ik samen met David, Adriaan en Sara een rondje door Den Haag gewandeld. Abraham was niet mee; die was weer eens zelf op pad. Waar die toch altijd rondhangt is me een raadsel.
We troffen David in de Juffrouw Idastraat, want hij was naar een begrafenis geweest. Vanuit het Joffrienestraatje zijn we met elkaar de Geest over gelopen, de Zuilingstraat in, vandaar langs de kerk en het stadhuis, over de markt de Venestraat in, en dan door het Achterom over de Poten.
Onderweg zijn we bij de min geweest om ons kleine Roeltje te bezoeken. Ze maakt het goed. Adriaan en Sara vonden het bijzonder om hun zusje weer eens te zien. Adriaan probeerde de kleine aan het lachen te maken, terwijl Sara haar zusje ondertussen vertederd over haar wangetje aaide. Zo lief. Daarna ben ik snel met de kinderen weer naar huis gelopen om het eten voor te bereiden. David moest nog even naar notaris Dancker in verband met het testament van wijlen zijn vrouw Roeltje
Het weer van 18 januari 1624:
“Somber weder sonder sonne-schijn ende regende des morgens een goede poose.”