“Op naar het nieuwe jaar!”

Den Haag, dinsdag 31 december 1624

David is gisteravond bij zijn compeer meester Miller te gast geweest. Hij was pas om een uur weer thuis. Ik was speciaal opgebleven, want ik wilde hem uithoren over zijn toekomstplannen, maar ondanks het feit dat hij vermoeid en verbrast was, heb ik hem niets weten te ontfutselen. Hij had het alleen maar over de gesprekken die hij met meester Millers gezelschap aan tafel had gevoerd over politiek, kerk en staat.

Het jaar eindigde trouwens bijna met bonje! David was vanmiddag nogmaals bij meester Miller – deze keer met diens huisvrouw Catalina erbij – om hen te vertellen over zijn wedervaren in Amsterdam met juffer Bloemaerts. Ik dacht dus dat ik op mijn gemak wat boodschapjes kon doen. Blijkt later dat David veel eerder terug was dan verwacht en geen sleutel bij zich had: hij heeft tot drie keer toe hier voor niks staan aan de bel staan zwengelen. En mijn broer Steven kon natuurlijk niet open doen. Boos dat David was!

Maar ja, ik kon er niks aan doen, dus ik zei dat hij niet zo onredelijk moest zijn. Het werd een vervelende ruzie, totdat kleine Adriaan riep dat we moesten stoppen. Soms zijn kinderen verstandiger dan volwassenen! We hebben toen gauw de strijdbijl begraven en in alle rust met ons huisgezin en Steven de avondportie gegeten.

Nadat ik de kinderen op bed had gelegd en Steven ook in slaap was gevallen, konden David en ik eindelijk eens rustig samen praten. David vertelde me dat zijn recente pogingen om een nieuwe vrouw te vinden op niets zijn uitgelopen, maar dat hij wel graag zou willen hertrouwen. Hij wil zijn leven niet slijten als man alleen en als ik straks het huis uit ga om te trouwen staat hij er met de kinderen helemaal alleen voor. Zo had ik het nog nooit bekeken.

David heeft inderdaad gesolliciteerd in Arnhem, maar hij wilde me dat pas vertellen als hij meer zekerheid heeft. Hij wil niet onnodig onrust zaaien. Als hij daar daadwerkelijk schoolmeester wordt, dan zal hij ons goed achterlaten, zo vertelde hij. Dit ‘ons’ was nieuw voor mij, maar David wil in eerste instantie alleen naar Arnhem afreizen en zijn kinderen pas laten overkomen als hij daar een echt thuis gemaakt heeft. Tot die tijd wil hij Adriaan, Saartje, Roeltje en mij bij onze broers onderbrengen. David heeft dit al met Hendrik en Steven besproken en die willen met alle liefde voor ons zorgen, zo hebben ze hem verzekerd. David vroeg of ik in dat geval bij broer Hendrik en zuster Eva wil wonen. Hij weet dat ik er graag kom en zuster Eva zou zeer geholpen zijn met wat extra hulp in haar huishouden.

Ik heb ermee ingestemd. Het is spannend dat alles zo anders zal worden, maar ik ben ook wel benieuwd wat de toekomst brengt. Op naar het nieuwe jaar!

Davids dagboek

Het weer van 31 december 1624:
“Van de nacht af Oosten wint ende helder weder.”

Reageer op deze dag

Deel deze dag